De speech van voorzitster Magda Lievens bij de steenlegging voor 100 jaar Toneel Knokke Heist
Vandaag schrijven we geschiedenis. Knokke en Heist verbroederen hier samen op een historische plek om aan Sincfala een herdenkingstegel te leggen. Niet zomaar een steen, maar een sterk symbool dat dankbaar terugkijkt op 100 jaar toneel in Knokke-Heist maar ook vooruitblikt om een lach en een traan blijvend op het podium te brengen en … om aldus een cultuur aan te bieden van de menselijkheid. Want is dat niet, lieve vrienden, wat toneel is? Tonen wat menselijkheid is met een echte lach en een echte traan. De lach die staat voor ontlading, vriendschap, diepmenselijkheid, liefde, ... en de traan die staat voor intens verdriet, dramatiek.
In ons nieuwe logo, ontworpen door ons enthousiast lid Ann Van Geeteruyen, zien we waarvoor het KTKH staat: rood en blauw, de kroon en de doeken op het podium. Op een schitterende manier heeft Ann het oude logo met het typische kroontje verbonden met een moderner ogend geheel: de kroon is tegelijkertijd ook een dubbel doek, het rode van de komedie, de lach en het blauwe van de dramatiek, allemaal facetten van toneel.
Samuel Johnson schreef ooit: mensen zijn op heel verschillende manieren wijs geweest, maar ze hebben altijd op dezelfde manier gelachen. En de Franse theatervirtuoos Molière zei het zo: “Het is veel gemakkelijker om de mensen te bedriegen dan om ze aan het lachen te maken.”
En Peter Sirius laat het nog anders klinken: “Velen worden slechts door de ernst van het leven aangegrepen, wanneer ze hem op de planken gespeeld zien.” En een Frans spreekwoord zegt: “Niet alle toneelspelers bevinden zich in de schouwburg.”
Mijn vader Georges Lievens, van wie ik de toneelmicrobe al van kindsbeen af heb geërfd, zou op vandaag fier zijn dat toneel in Knokke-Heist met respect door de beleidsmakers wordt gevolgd. Daarom is deze steenlegging een mijlpaal. Het is meteen ook het sluitstuk van de viering van 100 jaar toneel Knokke-Heist dat in het werkjaar 2009-2010 uitbundig werd gevierd. Met wijlen schepen en toneelvriend Maxim Willems werd toen in samenspraak met mijn enthousiast bestuur de wens geopperd om in Knokke-Heist een steen te leggen en te onthullen.
Een steen die terugblikt op het ontstaan van het toneel hier bij ons.
Begonnen met Willen is Kunnen. Al voor 1907 kende men in Knokke de Westkapelse postbode Van Raepenbusch die o.a. muziekles en toneel bracht in de “Tap” in de Smedenstraat. Kamiel Devulder, Leon Verheye, Dujardin trokken zich na een pintje terug en belegden een vergadering om “concerten” te verzorgen bij de gekende Stiffe Baeyens in de Univers. In 1907 ontstond het volwaardige toneelgezelschap “WILLEN IS KUNNEN” met als pioniers in het bestuur Arthur D’Hooghe, Frans Desmidt, Cyriel Landman, Frans Vandamme, Camiel Devulder en P. De Jude. Tussen 1914 en 1918 werd het stiller en samen met de fanfare “De Duizenzonen” vormde Willen is Kunnen” de “VERENIGDE TONEELLIEFHEBBERS”. In 1919 kreeg de kring voorzitter Frans Desmidt die later burgemeester en volksvertegenwoordiger werd. De bezetter zorgde er in 1939 opnieuw voor dat er een windstilte voor het Knoks toneel kwam.
De jongeren van “Willen is Kunnen” richtten in 1945 een nieuwe kring op: “NOORDERLICHT” waarbij Jan Aertssen voorzitter werd, Sylvain De Brock secretaris en Omer Waeghe penningmeester die ook samen met Arthur Doossche instond voor de regie met de enthousiaste hulp van mevr. Aertssen-Clinck. Thuishaven was de Monty en vanaf 1955 de Capitole. De kring speelde 3 à 4 stukken (!) per jaar en telde een 200-tal vaste abonnees.
In september 1929 ontstond nog een andere toneelkring, nl. “POGEN” met voorzitter Depuydt, secretaris A. Plasschaert, spelleider J. Gielen en bestuursleden R. Cosyn, L. Van Quathem, Walrave en De Ley. In maart 1930 sloot ook mijn vader Georges Lievens zich aan en samen met Eugène Bullynck werd hij de motor, zeg maar de architect van “Pogen”. Tweede voorzitter werd Kamiel Verheye en vanaf 1933 sloten ook dames aan bij de kring, o.a. de zo geliefde Lucie Nollet. gespeeld.
Op 6 mei 1953 ontstond uit het Koninklijk Toneelgezelschap “Pogen” het “LYRISCH TONEELGEZELSCHAP” met aan het hoofd Juliaan Paquay die de groep binnen de drie jaar een grote onderscheiding bezorgde onder het voorzitterschap van Albert Vandenbossche, ondervoorzitter Eugène Bullynck en secretaris Raf Declercq. Een tijdje later zou Georges Demeestere het voorzitterschap overnemen. Er werden optredens verzorgd in zaal “Oud Knocke” met gekende operettes als “De Lustige Weduwe” en “De Lustige Boer”.
Op 27 juli 1962 verenigden het Koninklijk Toneelgezelschap Pogen, de Toneelkring Noorderlicht en het Lyrisch Toneelgezelschap zich onder de naam “KONINKLIJK KNOKS TONEELGEZELSCHAP – EENDRACHTIG POGEN DOOR POGEN – NOORDERLICHT – LYRISCH TONEEL”.
Door de gemeentelijke fusie in 1971 kreeg de toneelkring haar nieuwe en officiële naam met het bekende logo: “KONINKLIJK TONEELGEZELSCHAP KNOKKE-HEIST”.
Als voorzitster ben ik fier en blij dat ik omringd ben door een stevig bestuur: Yves Merlevede, Marc Mortier, Dominiek Segaert, Dirk Timmerman, Steve Poppe en Georges Van Coile. Onze kring groeit aan en steeds meer jongeren sluiten zich aan.
Toch sta ik ook graag even stil bij hen die er niet meer zijn en dat zijn er veel. In het bijzonder voor mijn vader Georges Lievens, Hilaire Muyllaert maar ook Jacqueline, Maria en recent nog Irène Claeys die vorig jaar nog haar levensboek mocht uitgeven en aan de pers voorstellen. Ook hen wil ik symbolisch via deze steen oprecht dank-je-wel zeggen. Vanop het podium en vanuit deze historische plaats Sincfala een knipoog naar hen die er niet meer zijn.
Vrienden, dank voor jullie volgehouden aandacht!
En vergeet het niet, als je kijkt naar het nieuwe logo van het Koninklijk Toneelgezelschap Knokke-Heist – nu ook vereeuwigd op de gloednieuwe hemden en blouses, het nieuwe uniform van onze kring – dan zie je de lach en de traan, het rood en het blauw maar ook het doek en het podium van het leven. Welkom op 11, 12 en 13 december voor onze nieuwste productie, de komedie De paaldanseres en de Europarlementariër.
In ons nieuwe logo, ontworpen door ons enthousiast lid Ann Van Geeteruyen, zien we waarvoor het KTKH staat: rood en blauw, de kroon en de doeken op het podium. Op een schitterende manier heeft Ann het oude logo met het typische kroontje verbonden met een moderner ogend geheel: de kroon is tegelijkertijd ook een dubbel doek, het rode van de komedie, de lach en het blauwe van de dramatiek, allemaal facetten van toneel.
Samuel Johnson schreef ooit: mensen zijn op heel verschillende manieren wijs geweest, maar ze hebben altijd op dezelfde manier gelachen. En de Franse theatervirtuoos Molière zei het zo: “Het is veel gemakkelijker om de mensen te bedriegen dan om ze aan het lachen te maken.”
En Peter Sirius laat het nog anders klinken: “Velen worden slechts door de ernst van het leven aangegrepen, wanneer ze hem op de planken gespeeld zien.” En een Frans spreekwoord zegt: “Niet alle toneelspelers bevinden zich in de schouwburg.”
Mijn vader Georges Lievens, van wie ik de toneelmicrobe al van kindsbeen af heb geërfd, zou op vandaag fier zijn dat toneel in Knokke-Heist met respect door de beleidsmakers wordt gevolgd. Daarom is deze steenlegging een mijlpaal. Het is meteen ook het sluitstuk van de viering van 100 jaar toneel Knokke-Heist dat in het werkjaar 2009-2010 uitbundig werd gevierd. Met wijlen schepen en toneelvriend Maxim Willems werd toen in samenspraak met mijn enthousiast bestuur de wens geopperd om in Knokke-Heist een steen te leggen en te onthullen.
Een steen die terugblikt op het ontstaan van het toneel hier bij ons.
Begonnen met Willen is Kunnen. Al voor 1907 kende men in Knokke de Westkapelse postbode Van Raepenbusch die o.a. muziekles en toneel bracht in de “Tap” in de Smedenstraat. Kamiel Devulder, Leon Verheye, Dujardin trokken zich na een pintje terug en belegden een vergadering om “concerten” te verzorgen bij de gekende Stiffe Baeyens in de Univers. In 1907 ontstond het volwaardige toneelgezelschap “WILLEN IS KUNNEN” met als pioniers in het bestuur Arthur D’Hooghe, Frans Desmidt, Cyriel Landman, Frans Vandamme, Camiel Devulder en P. De Jude. Tussen 1914 en 1918 werd het stiller en samen met de fanfare “De Duizenzonen” vormde Willen is Kunnen” de “VERENIGDE TONEELLIEFHEBBERS”. In 1919 kreeg de kring voorzitter Frans Desmidt die later burgemeester en volksvertegenwoordiger werd. De bezetter zorgde er in 1939 opnieuw voor dat er een windstilte voor het Knoks toneel kwam.
De jongeren van “Willen is Kunnen” richtten in 1945 een nieuwe kring op: “NOORDERLICHT” waarbij Jan Aertssen voorzitter werd, Sylvain De Brock secretaris en Omer Waeghe penningmeester die ook samen met Arthur Doossche instond voor de regie met de enthousiaste hulp van mevr. Aertssen-Clinck. Thuishaven was de Monty en vanaf 1955 de Capitole. De kring speelde 3 à 4 stukken (!) per jaar en telde een 200-tal vaste abonnees.
In september 1929 ontstond nog een andere toneelkring, nl. “POGEN” met voorzitter Depuydt, secretaris A. Plasschaert, spelleider J. Gielen en bestuursleden R. Cosyn, L. Van Quathem, Walrave en De Ley. In maart 1930 sloot ook mijn vader Georges Lievens zich aan en samen met Eugène Bullynck werd hij de motor, zeg maar de architect van “Pogen”. Tweede voorzitter werd Kamiel Verheye en vanaf 1933 sloten ook dames aan bij de kring, o.a. de zo geliefde Lucie Nollet. gespeeld.
Op 6 mei 1953 ontstond uit het Koninklijk Toneelgezelschap “Pogen” het “LYRISCH TONEELGEZELSCHAP” met aan het hoofd Juliaan Paquay die de groep binnen de drie jaar een grote onderscheiding bezorgde onder het voorzitterschap van Albert Vandenbossche, ondervoorzitter Eugène Bullynck en secretaris Raf Declercq. Een tijdje later zou Georges Demeestere het voorzitterschap overnemen. Er werden optredens verzorgd in zaal “Oud Knocke” met gekende operettes als “De Lustige Weduwe” en “De Lustige Boer”.
Op 27 juli 1962 verenigden het Koninklijk Toneelgezelschap Pogen, de Toneelkring Noorderlicht en het Lyrisch Toneelgezelschap zich onder de naam “KONINKLIJK KNOKS TONEELGEZELSCHAP – EENDRACHTIG POGEN DOOR POGEN – NOORDERLICHT – LYRISCH TONEEL”.
Door de gemeentelijke fusie in 1971 kreeg de toneelkring haar nieuwe en officiële naam met het bekende logo: “KONINKLIJK TONEELGEZELSCHAP KNOKKE-HEIST”.
Als voorzitster ben ik fier en blij dat ik omringd ben door een stevig bestuur: Yves Merlevede, Marc Mortier, Dominiek Segaert, Dirk Timmerman, Steve Poppe en Georges Van Coile. Onze kring groeit aan en steeds meer jongeren sluiten zich aan.
Toch sta ik ook graag even stil bij hen die er niet meer zijn en dat zijn er veel. In het bijzonder voor mijn vader Georges Lievens, Hilaire Muyllaert maar ook Jacqueline, Maria en recent nog Irène Claeys die vorig jaar nog haar levensboek mocht uitgeven en aan de pers voorstellen. Ook hen wil ik symbolisch via deze steen oprecht dank-je-wel zeggen. Vanop het podium en vanuit deze historische plaats Sincfala een knipoog naar hen die er niet meer zijn.
Vrienden, dank voor jullie volgehouden aandacht!
En vergeet het niet, als je kijkt naar het nieuwe logo van het Koninklijk Toneelgezelschap Knokke-Heist – nu ook vereeuwigd op de gloednieuwe hemden en blouses, het nieuwe uniform van onze kring – dan zie je de lach en de traan, het rood en het blauw maar ook het doek en het podium van het leven. Welkom op 11, 12 en 13 december voor onze nieuwste productie, de komedie De paaldanseres en de Europarlementariër.
En nog een beetje geschiedenis ...
Willen is kunnen
Al voor 1907 kende men in Knokke de Westkapelse postbode Van Raepenbusch die o.a. muziekles en toneel bracht in de “Tap” in de Smedenstraat. Kamiel Devulder, Leon Verheye, Dujardin trokken zich na een pintje terug en belegden een vergadering om “concerten” te verzorgen bij de gekende Stiffe Baeyens in de Univers. Zo schreef Cyriel Landman b.v. de muziek voor “De Muis” of “De Antiquair”. Het toneel werd getimmerd op biertonnen met decorschermen van A. D’Hooghe en Stiffe Baeyens zelf. Op 28 februari 1907 ontstond het volwaardige toneelgezelschap “WILLEN IS KUNNEN” met als pioniers in het bestuur Arthur D’Hooghe, Frans Desmidt, Cyriel Landman, Frans Vandamme, Camiel Devulder en P. De Jude. In het “Palace Hotel” voerden ze o.a. “Het erfdeel van Tante Belle” op. Daarna ging de toneelgroep naar het “Düsseldorfer Hof” bij Florimond Rombout waarbij de bescheiden opbrengst naar goede werken gingen. Tussen 1914 en 1918 werd het stiller en samen met de fanfare “De Duizenzonen” vormde Willen is Kunnen” de “VERENIGDE TONEELLIEFHEBBERS”. In 1919 kreeg de kring voorzitter Frans Desmidt die later burgemeester en volksvertegenwoordiger werd. De bezetter zorgde er in 1939 opnieuw voor dat er een windstilte voor het Knoks toneel kwam. De operette “Kempische harten” werd b.v. door de Duitsers net voor de première verboden. Op 25 november 1944 zou echter Frans Desmidt in een concentratiekamp van Badgandersheim overlijden.
Noorderlicht
De jongeren van “Willen is Kunnen” richtten in 1945 een nieuwe kring op: “NOORDERLICHT” waarbij Jan Aertssen voorzitter werd, Sylvain De Brock secretaris en Omer Waeghe penningmeester die ook samen met Arthur Doossche instond voor de regie met de enthousiaste hulp van mevr. Aertssen-Clinck. Thuishaven was de Monty en vanaf 1955 de Capitole. De kring speelde 3 à 4 stukken (!) per jaar en telde een 200-tal vaste abonnees.
Pogen
In september 1929 ontstond nog een andere toneelkring, nl. “POGEN” met voorzitter Depuydt, secretaris A. Plasschaert, spelleider J. Gielen en bestuursleden R. Cosyn, L. Van Quathem, Walrave en De Ley. In maart 1930 sloot ook Georges Lievens (vader van huidig voorzitster Magda Lievens) zich aan en samen met Eugène Bullynck werd hij de motor, zeg maar de architect van “Pogen”. Tweede voorzitter werd Kamiel Verheye en vanaf 1933 sloten ook dames aan bij de kring, o.a. de zo geliefde Lucie Nollet. Samen met haar man Hyacint (grimeur, decorbouwer en –schilder en zeg maar duivel-doet-al) bloeide “Pogen” verder. In 1934 werd de kring lid van het Algemeen Kristelijk Vlaams Toneelverbond (AKVT, later AWT-NVKT en thans OPENDOEK waarin alle toneelverbonden zijn gebundeld sinds het einde van jaren ’90). Het jaar 1936 werd beloond met een eerste provinciale prijs en het speeljaar 1937-’38 kende als hoogtepunt het familiedrama “Eén die niet geteld wordt”. Nieuwe voorzitter werd de hr. Buytaert, secretaris de hr. Van den Oostende en spelleider Georges Lievens die spreekwoordelijk dag en nacht voor het toneel leefde. Tijdens de oorlogsjaren werd o.a. voor “Winterhulp” gespeeld. Het archief van “Pogen” werd door het inslaan van brandbommen vernietigd. Het is de verdienste van Georges Lievens geweest om de resterende documentatie bij te houden. In 1946 werd in eerste afdeling van de provincie gespeeld. In 1954 vierde “Pogen” het 25-jarig bestaan met de opvoering van Pieter Breughel” met in de hoofdrol Georges Lievens. De laatste voorzitter van “Pogen “ was wijlen Hilaire Muyllaert.
Lyrisch Toneelgezelschap
Op 6 mei 1953 ontstond uit het Koninklijk Toneelgezelschap “Pogen” het “LYRISCH TONEELGEZELSCHAP” met aan het hoofd Juliaan Paquay die de groep binnen de drie jaar een grote onderscheiding bezorgde onder het voorzitterschap van Albert Vandenbossche, ondervoorzitter Eugène Bullynck en secretaris Raf Declercq. Een tijdje later zou Georges Demeestere het voorzitterschap overnemen. Er werden optredens verzorgd in zaal “Oud Knocke” met gekende operettes als “De Lustige Weduwe” en “De Lustige Boer”.
Koninklijk Knoks Toneelgezelschap
Op 27 juli 1962 verenigden het Koninklijk Toneelgezelschap Pogen, de Toneelkring Noorderlicht en het Lyrisch Toneelgezelschap zich onder de naam “KONINKLIJK KNOKS TONEELGEZELSCHAP – EENDRACHTIG POGEN DOOR POGEN – NOORDERLICHT – LYRISCH TONEEL”. Voorzitter werd Georges Demeestere, ondervoorzitters Hilaire Muyllaert en Omer Waeghe, penningmeester Freddy Gysel. Er werd opgetreden in de “Capitole” met stukken als “De derde dag” en “Patsy” met bekende regisseurs als Jo Decaluwé, Oswald Versyp, Jaak Vissenaken, Rita Lommée, Bob de Moor, Remi Van Duyn, Guido Cafmeyer, Roger Dewilde en Daniël Muyllaert. Enkele spelers drongen zelfs door tot het beroepstheater: Irène Fensie-Claeys, Hilaire Muyllaert en Magda Lievens.
Koninklijk Toneelgezelschap Knokke Heist
Door de gemeentelijke fusie in 1971 kreeg de toneelkring haar nieuwe en officiële naam met het bekende logo: “KONINKLIJK TONEELGEZELSCHAP KNOKKE-HEIST”. De toneelgroep bleek echter in 1975 in diepe rouw toen op 5 januari Georges Lievens overleed. Hij speelde mee in zeker 130 stukken en vertolkte meer dan 100 hoofd- en titelrollen. In 1976 werd de cinemazaal “East Side” ingeruild voor het Cultureel Centrum Scharpoord, thans Cultuurcentrum Knokke-Heist genaamd. Het Koninklijk Toneelgezelschap kreeg nieuwe impulsen met o.a. Tony Venneman, Daniël
Muyllaert, Annemie Verheye. In 1980 komt de kring in ere-afdeling met “Onder ons” en in 1993 wordt de kring in 2de afdeling opgenomen met het stuk “Harold en Maude” van Collin Higgins in regie van Jan Vercruysse waarbij Irène Fensie-Claeys het bronzen ereplaket van de Provincie West-Vlaanderen kreeg. “Harold en Maude” werd nog eens opgevoerd in december 2001 met viering van Magda Lievens, Irène Fensie-Claeys en Maria Claeys. Eerder al werden in 1997 de toneeljubilea gevierd van Jacqueline Merlevede-Claeys, Monique Gysel-Devulder en Marcel Slabbinck.
In juli 1993 wijzigt het bestuur en wordt Magda Lievens voorzitter in opvolging van Georges Demeestere. Lieve Vlaeminck wordt de nauwgezette penningmeester, secretaris Irène Fensie-Claeys, verantwoordelijke spelers Dirk Van Poelvoorde, verantwoordelijke technische dienst Mathieu Coolen, in januari 1994 vervangen door Rian Van Hee. Voor de relaties met de pers zou voortaan Dominiek Segaert zorgen die in 1981 lid werd van de kring. Het bestuur wordt in 1996 nogmaals gewijzigd waarbij Marc Mortier (secretaris) en Rudy Van Poelvoorde (verantw. relaties techn. dienst) het bestuur versterken en Dirk Van Poelvoorde en Rian Van Hee ontslag nemen. In 1999 namen Freddy Gysel en Georges Demeestere na 40 jaar ontslag uit de kring. Zij werden tijdens het zomerfeest van 26 juni 1999 passende gevierd en kregen een geschenk aangeboden. Het bestuur werd versterkt met Yves Merlevede (verantw. spelers) en Georges Van Coile die ondervoorzitter werd. Na de productie “Moord en doodslag” van december 2004 onderging het bestuur andermaal in 2005 een wijziging. Yves Merlevede werd ondervoorzitter in opvolging van Georges Van Coile. Pascale Monbailliu (2005) en Glenn Jones (2007) vervoegden zich als bestuurslid. Na een korte onderbreking werd Georges Van Coile andermaal bestuurslid. In 2006 nam Lieve Vlaeminck afscheid als penningmeester en werd ze opgevolgd door Dirk Timmerman. In 2008 keerde ook Georges Van Coile terug naar het bestuur. In 2007 werden ook de zilveren toneeljubilea gevierd van Lieve Vlaeminck, Dora De Roo, Christa Pintelon en Dominiek Segaert. Eind 2009 wordt het gouden toneeljubileum gevierd van voorzitster Magda Lievens en de zilveren toneeljubilea van Dirk Timmerman en Francine Verwee.
In september 2008 verloor de toneelvereniging Jacqueline Claeys (mama van Yves en Luc Merlevede) die ontelbare jaren achter de schermen hard werkte en zorgde voor spijs en drank tijdens de voorstellingen. Met haar aanstekelijk enthousiasme laat een grote leegte achter en blijft een grote waarde in het KTKH die haar nooit zullen vergeten.
Het Koninklijk Toneelgezelschap Knokke-Heist onderhoudt verder nauwgezet de relaties met het Gemeentebestuur Knokke-Heist, de Cultuurraad, Opendoek en de West-Vlaamse geledingen van het toneel zonder ook de onderlinge vriendschapsrelaties binnen de kring – ook als er niet wordt gespeeld – aan te halen. Getuige hiervan het jaarlijkse souper of de barbecue, het maandelijks aperitief telkens op een andere locatie, maar zeker ook het af en toe organiseren van een culturele uitstap met een link naar het theater. Zo konden we in het verleden al naar Londen (n.a.v. productie “De Muizenval”, de thriller van Agatha Christie in december 1997 toen de kring 90 jaar bestond), Amsterdam en zelfs Rijsel en in het weekend van 19 en 20 september een ledenreis naar de Ardennen. Tot in 2008 deden de serviceclubs “Inner Wheel” en “Soroptimist” telkens voor respectievelijk de 1ste en 2de productie een beroep op de toneelvereniging waarbij de opbrengst van kaartenverkoop voor de première steeds naar één van hun sociale doelen ging.
Tijdens het werkjaar 2009-2010 viert het KTKH 100 jaar amateurtoneel in Knokke, gegroeid uit 3 toneelgroepen en tot op vandaag met een 60-tal leden.
Muyllaert, Annemie Verheye. In 1980 komt de kring in ere-afdeling met “Onder ons” en in 1993 wordt de kring in 2de afdeling opgenomen met het stuk “Harold en Maude” van Collin Higgins in regie van Jan Vercruysse waarbij Irène Fensie-Claeys het bronzen ereplaket van de Provincie West-Vlaanderen kreeg. “Harold en Maude” werd nog eens opgevoerd in december 2001 met viering van Magda Lievens, Irène Fensie-Claeys en Maria Claeys. Eerder al werden in 1997 de toneeljubilea gevierd van Jacqueline Merlevede-Claeys, Monique Gysel-Devulder en Marcel Slabbinck.
In juli 1993 wijzigt het bestuur en wordt Magda Lievens voorzitter in opvolging van Georges Demeestere. Lieve Vlaeminck wordt de nauwgezette penningmeester, secretaris Irène Fensie-Claeys, verantwoordelijke spelers Dirk Van Poelvoorde, verantwoordelijke technische dienst Mathieu Coolen, in januari 1994 vervangen door Rian Van Hee. Voor de relaties met de pers zou voortaan Dominiek Segaert zorgen die in 1981 lid werd van de kring. Het bestuur wordt in 1996 nogmaals gewijzigd waarbij Marc Mortier (secretaris) en Rudy Van Poelvoorde (verantw. relaties techn. dienst) het bestuur versterken en Dirk Van Poelvoorde en Rian Van Hee ontslag nemen. In 1999 namen Freddy Gysel en Georges Demeestere na 40 jaar ontslag uit de kring. Zij werden tijdens het zomerfeest van 26 juni 1999 passende gevierd en kregen een geschenk aangeboden. Het bestuur werd versterkt met Yves Merlevede (verantw. spelers) en Georges Van Coile die ondervoorzitter werd. Na de productie “Moord en doodslag” van december 2004 onderging het bestuur andermaal in 2005 een wijziging. Yves Merlevede werd ondervoorzitter in opvolging van Georges Van Coile. Pascale Monbailliu (2005) en Glenn Jones (2007) vervoegden zich als bestuurslid. Na een korte onderbreking werd Georges Van Coile andermaal bestuurslid. In 2006 nam Lieve Vlaeminck afscheid als penningmeester en werd ze opgevolgd door Dirk Timmerman. In 2008 keerde ook Georges Van Coile terug naar het bestuur. In 2007 werden ook de zilveren toneeljubilea gevierd van Lieve Vlaeminck, Dora De Roo, Christa Pintelon en Dominiek Segaert. Eind 2009 wordt het gouden toneeljubileum gevierd van voorzitster Magda Lievens en de zilveren toneeljubilea van Dirk Timmerman en Francine Verwee.
In september 2008 verloor de toneelvereniging Jacqueline Claeys (mama van Yves en Luc Merlevede) die ontelbare jaren achter de schermen hard werkte en zorgde voor spijs en drank tijdens de voorstellingen. Met haar aanstekelijk enthousiasme laat een grote leegte achter en blijft een grote waarde in het KTKH die haar nooit zullen vergeten.
Het Koninklijk Toneelgezelschap Knokke-Heist onderhoudt verder nauwgezet de relaties met het Gemeentebestuur Knokke-Heist, de Cultuurraad, Opendoek en de West-Vlaamse geledingen van het toneel zonder ook de onderlinge vriendschapsrelaties binnen de kring – ook als er niet wordt gespeeld – aan te halen. Getuige hiervan het jaarlijkse souper of de barbecue, het maandelijks aperitief telkens op een andere locatie, maar zeker ook het af en toe organiseren van een culturele uitstap met een link naar het theater. Zo konden we in het verleden al naar Londen (n.a.v. productie “De Muizenval”, de thriller van Agatha Christie in december 1997 toen de kring 90 jaar bestond), Amsterdam en zelfs Rijsel en in het weekend van 19 en 20 september een ledenreis naar de Ardennen. Tot in 2008 deden de serviceclubs “Inner Wheel” en “Soroptimist” telkens voor respectievelijk de 1ste en 2de productie een beroep op de toneelvereniging waarbij de opbrengst van kaartenverkoop voor de première steeds naar één van hun sociale doelen ging.
Tijdens het werkjaar 2009-2010 viert het KTKH 100 jaar amateurtoneel in Knokke, gegroeid uit 3 toneelgroepen en tot op vandaag met een 60-tal leden.